Rijden op sneeuw en ijs: 10 tips om het veilig te houden
Rijden op sneeuw en ijs: 10 tips om het veilig te houden
20 november 2025
Gepost in:

Winterse weersomstandigheden brengen risico’s met zich mee. Met deze tips rijdt u goed voorbereid op ijs of sneeuw.
1. Zorg voor optimale zichtbaarheid
In de winter kunnen mist, sneeuw en regen uw zicht snel belemmeren. Neem voor u vertrekt de tijd om uw voorruit volledig te ontdooien en om uw lichten, de staat van de ruitenwissers en het niveau van de antivries-ruitensproeiervloeistof te controleren.
Het doel is om een volledig vrije voorruit te hebben, zonder enige visuele hinder. Gebruik uw mistlichten, ook overdag als de omstandigheden daarom vragen. Zet uw dimlichten aan zodra de lichtomstandigheden verslechteren. Ventileer de auto goed om condensvorming te voorkomen.
Het is een goede gewoonte om vroeg in de herfst een bezoek aan de garage te brengen. Zo wordt er al voor de eerste vorst gecontroleerd of alles goed werkt.
2. Rij soepel en anticiperend
In de winter is anticiperen nog belangrijker. Hou de auto’s voor u altijd in de gaten, zodat u rustig kunt remmen als het nodig is. Hou een constante snelheid aan, niet te langzaam en ook niet te snel.
Vermijd plotseling versnellen en remmen: op sneeuw of ijzel verhogen deze bruuske reacties de kans dat u de controle verliest.
3. Hou afstand
Bij droog weer is een afstand van minstens twee seconden tot de voorligger vereist. Dat is de reactietijd die nodig is om op tijd af te remmen.
Op een nat, besneeuwd of bevroren wegdek is de remafstand aanzienlijk langer en is er risico op aquaplaning. Daarom is het belangrijk om langzamer te rijden zodra het wegdek glad wordt.
4. Pas uw snelheid aan en rem op de motor
Rij in de winter langzamer om de risico’s zo klein mogelijk te maken. Hou rekening met de staat van het wegdek en de waarschuwingsborden. Vertraag als de baan er minder goed bij ligt.
Bij een handgeschakelde versnellingsbak raden we aan om te remmen op de motor, vooral bij afdalingen. Dit maakt het makkelijker om uw auto onder controle te houden zonder de remmen extra te belasten.
5. Rem voorzichtig op sneeuw
Neem de bochten voorzichtig en hou afstand van de auto voor u, zodat u niet plotseling hoeft te remmen. Bij het remmen neemt de grip op de weg af. Zorg dus dat u geleidelijk remt. Begint uw auto toch te slippen? Draai het stuur lichtjes in de tegengestelde richting en begin zeker niet te remmen.
6. Volg reeds gemaakte sporen (of net niet)
Als de weg al behandeld of sneeuwvrij gemaakt is, volg dan de sporen van andere voertuigen. Daar heeft u meestal meer grip.
Op een onbehandelde weg doet u beter het omgekeerde: samengedrukte sneeuw in de sporen is vaak gladder dan verse sneeuw eromheen.
7. Schakel terug bij afdalingen
Schakel bij afdalingen terug om de auto te stabiliseren en minder te remmen. Op die manier heeft u meer de controle over de auto.
8. Vermijd gevaarlijke manoeuvres
Op een gevaarlijke manier voorbijsteken moet je in geen enkel seizoen doen, maar in de winter is het nog belangrijker. Haal vooral de strooiwagen niet in, maar blijf erachter rijden. Een vrijgemaakte route is veiliger.
9. Blijf geconcentreerd
Let op voor plekken die sneller bevriezen. Dat gebeurt vaak op in de schaduw, op open plekken of op bruggen. Sneeuw kan borden of wegmarkeringen verbergen: kijk dus extra goed uit en blijf alert.
10.Soepel wegrijden op een helling met sneeuw
Om weg te rijden op een besneeuwde helling zet u de wagen in eerste versnelling. Druk het gaspedaal voorzichtig in en laat u de koppeling geleidelijk los. Als het goed is, komt de auto nu rustig vooruit, zonder dat de wielen slippen.
Lees ook: Waar zijn winterbanden verplicht in Europa? - P&V – P&V Groep.
Uw veiligheid, onze prioriteit
Bent u goed verzekerd? Uw P&V-adviseur overloopt graag met u hoe u momenteel verzekerd bent en wat er misschien beter of goedkoper kan. Dankzij onze 170 kantoren in België vindt u altijd een adviseur bij u in de buurt.




